bloom: Michèle Tahay
Michèle Tahay aka ‘Mother of Data Dragons in the Kingdom of Wizards’ stáát er, om het met haar eigen woorden te zeggen. En strijden doet ze want onderweg van haar jeugd tot de gedreven techvrouw en toegewijde mama die ze nu is, versloeg ze alle demonen en CPU-problemen om haar onthulde talenten pure levenskracht in te blazen. In een ontwapenend, nuchter en eerlijk gesprek over het toeval van haar studiekeuze, de balans tussen moederschap, carrière en groei weet Michèle ons te raken. Lees hieronder verder…
Van watervalsysteem tot carrièrekeuzeverfijning
“Die bewijzen moet je rats van buiten kennen” dat is niet de manier waarop ik dingen effectief in mij opneem.’
Dat het watervalsysteem in het onderwijs van haar een warrior maakte in plaats van een slachtoffer is een toevalsverhaal, zegt Michèle. Als kind droomde ze van dierenarts worden of iets in de medische sector te doen. Doordat ze op school telkens met de neus werd gedrukt op wat ze niét kon, kreeg die droom later een andere invulling. Latijn bleek dan toch niet haar ding waarna ze economie-wiskunde ging studeren. Economie vond ze enigszins interessant maar dat wiskundige lukte niet zo goed. Michèle kan zich de krasse uitspraken van ‘de felle madam’ van wiskunde nog levendig herinneren: “Die bewijzen moet je rats van buiten kennen.” Dat is niet de manier waarop ik dingen effectief in mij opneem.’ Tussen humane wetenschappen en economie-moderne talen ging Michèle dan toch maar voor talen. Drie jaar lang hield ze dat vol, door de pesterijen heen en het geringe zelfvertouwen, tot ze in de dactylolessen een geallieerde vond.
‘In de typles sloeg een vonkske over’
Hoe kwam je er dan bij om informatica te studeren?
Michèles verhaal lijkt wel een bildungsroman waarin haar roeping ontkiemt uit de fascinatie voor een oude Apple computer in het dactylolokaal. Haar oog viel er op een witte vierkante bak met een scherm waar ongetwijfeld haar naam in enkel voor haar zichtbare code stond te flikkeren. Terwijl haar klasgenoten voor de klassieke typmachine gingen, experimenteerde Michèle met het toen nog onbereikbare. ‘In de typles sloeg meteen een vonkse over. Ik vond computers tof, ik wilde op het internet, spelletjes spelen en noem maar op. Ik moest lang zagen vooraleer papa na drie jaar eindelijk een computer kocht, en dan was die ook alleen voor hem.’ De lokroep naar het onbereikbare bleef weergalmen. Michèles kerntalent manifesteerde zich in een logicatest: ‘Aan de hand van zo weinig mogelijk commando's moesten we een tekening kunnen nabootsen, dat was easy peasy voor mij terwijl de rest van de klas zat te zuchten hoe moeilijk het wel was.’
Vormde dat de basis voor je studiekeuze? Was dat de klik die je maakte?
‘Mijn Latijn was niet goed, mijn wiskunde evenmin en talen studeren boeide me niet, dus ik dacht: ik ga informatica doen’
‘Deels wel, maar vooral omdat ik noodgedwongen een keuze moest maken uit wat overbleef. In het zesde middelbaar kregen we begeleiding om een studierichting te kiezen. De persoon die mij moest helpen noemde alles op wat ik niét kon gaan doen. Bepaald motiverend is dat niet en het zelfvertrouwen is quasi nul. “Laten we eerlijk zijn”, zei hij. “Ik weet dat wetenschappen je interesseren, maar je punten zijn niet goed genoeg.” Mijn Latijn was niet goed, mijn wiskunde evenmin en talen studeren boeide me niet, dus ik dacht, ik ga informatica doen. Je zag hem denken van “Wat precies? Informatica?” Toen hij merkte dat het om een economische richting ging, na een vluchtige scan van de brochure, keurde hij het goed. Het bleef een sprong in het duister want ik had geen idee waar ik aan begon. In 1998 bestond de studie al eventjes, maar was niet heel gekend. Voor mijn leraren en mezelf was het iets nieuws.’
Werd er ook niet gesproken over vaardigheden als logisch en probleemoplossend denken?
‘Neen, helemaal niet. In het middelbaar bestond wel de richting boekhouden-informatica, maar dit is een technische richting terwijl ik wel in ASO wilde blijven.’
Wat was de reactie van je omgeving?
‘Ze zagen dat totaal niet aankomen. Mijn papa schrok heel erg en vroeg herhaaldelijk of ik echt zeker was omdat hij mij helemaal niet zag als technisch persoon. Hij was er niet gerust in. Ik was tenslotte een stille volgzame tiener die ze eerder iets met talen zagen doen of in de zachte sector. Twintig jaar later heb ik aan zelfvertrouwen gewonnen, maar toen kreeg ik het best benauwd. Omdat ik zeker niemand van Brugge terug wilde tegenkomen, ging ik, met een wijzende vinger van papa, op kot in Gent.’ Voor Michèle was falen geen optie en schreef ze vanaf dan een successcenario. Met een ‘shining ICT-armour’ veroverde ze de nodige punten en baande zo haar weg van de studierichting informatica als keuze door eliminatie tot krachtpatser in de databasewereld.
Hoe ben je uiteindelijk in de techwereld terechtgekomen? Had je na je studie meteen een idee van wat je wilde doen?
‘Het stoorde me als het niet marcheerde, het moet volledig juist zijn’
‘Toen nog niet, neen. Ik ben begonnen als algemene informaticamedewerker en deed vanalles een beetje: programmeren, helpdesk, systeembeheer, etc … Ik wilde uitzoeken wat me het meest aansprak. Helpdesk en aan de telefoon hangen deed ik niet graag, programmeren en databasebeheer wel. Eén ding kwam altijd terug; het stoorde als het niet marcheerde, het moet volledig juist zijn. Ergens zat het er al wel in, maar ik bezat toen de kennis nog niet. Het moest nog rijpen.’
Van .net-programmeren naar databasebeheer
Vijf jaar later besliste Michèle om bij Transics aan de slag te gaan als .net-ontwikkelaar. Na een tijdje voelde ze dat er meer graafwerk nodig was om geboeid te blijven. Door een groot verloop van collega’s kwam het databasebeheer bij haar terecht. We kunnen gerust stellen dat ook daar de vonk oversloeg. ‘Ik vond dat eigenlijk wel tof. Geleidelijk aan ging ik minder programmeren en was ik meer met database bezig. Ik merkte dat ik heel goed was in performante queries schrijven. Het ging zo goed dat ik het aanspreekpunt werd voor de collega’s.’ Tot dan zat ze in een R&D-rol. Wanneer er een opening was voor dezelfde job aan de klantzijde waar ze bovendien 4/5de kon werken was ze meteen gewonnen.
‘Eigenaardig genoeg vond ik mijn liefde voor het medische terug, de servers moeten gezond zijn, dus moet je ze goed behandelen, je moet er voor zorgen.’
Je bent in je flow beland omdat je je goed in je vel voelde?
‘Ja, helemaal! Productie-DBA (Database Administrator nvdr.) is helemaal anders, de klant rekent op ons. Je moet snel problemen identificeren en alles overzien in plaats van op een detail te focussen.’ Michèle voelde de connectie met haar meisjesdroom. ‘Eigenaardig genoeg, vond ik mijn liefde voor het medische terug, de servers moeten gezond zijn, dus moet je ze goed behandelen, je moet er voor zorgen. Ik ben in het diepe gesprongen, ik was er echt goed in.’ Met een duizendtal klanten in beheer en een roodgloeiende ‘Blackberry’ lag de werkdruk nogal hoog terwijl Michèles aandacht ook naar haar zoon werd getrokken. In zijn kleutertijd doken gedragsproblemen op wat haar vermoeden van ASS of autisme bevestigde. Bijgevolg zei ze Transics vaarwel voor een job in .net-ontwikkeling dichter bij huis, wat achteraf een verkeerde keuze bleek. Gelukkig waren ondertussen ook de eerste contacten met Kohera al gelegd sinds haar tijd bij Transics. De stap was dan ook snel gezet voor een nauwere samenwerking ondanks Michèles zelftwijfel.
Zijn gezin en consultancy wel verenigbaar als je een zorgende rol hebt?
‘In de praktijk is het eigenlijk omgekeerd. Net doordat er afspraken worden gemaakt tussen Kohera en de klant, is er meer afstand. Als consultant ben je minder gebonden aan de regels van de klant en hoef je je niet rechtstreeks te verdedigen voor zaken als flexibele uren, verlofdagen, enzovoort. Is er een probleem, dan wordt dat besproken tussen de bedrijven. Kohera is een soort extra buffer om praktische afspraken met een bedrijf voor mij te verdedigen. Verder moet je binnen je gezin afspraken maken. Soms moet je gewoon durven en maken dat het werkt. Bovendien zit de support bij Kohera goed, dat is de beste werkplek die ik tot hiertoe heb gehad. De job past perfect bij mijn karakter.’
Wat is je rol nu?
‘Ik doe nog steeds hetzelfde werk als SQL-DBA maar schipper tussen mijn comfortzone en uitdagendere opdrachten bij verschillende klanten. Die balans heb ik nodig.’
Je hebt een hele speciale functietitel op je Linkedin staan; Mother of Data-Dragons. Het klinkt nogal duister. Wat schuilt erachter?
‘Ik ben een vrouw en ik sta er’
‘Ken je Game of Thrones? Ik zat er middenin toen ik bij Kohera startte, de serie was toen erg populair. The Mother of Dragons begint klein en heeft heel wat talenten die niemand ziet. Ze groeit geleidelijk aan en ruimt alle tegenstanders uit de weg. Het is heel episch, ik ben een moeder, ik ben een vrouw en ik sta er. Zorg dragen vanuit het moederinstinct staat centraal.’
Dat is een erg mooie analogie. Wat zijn je grootste successen en waar liggen nog uitdagingen?
‘Slagen voor het informaticadiploma is er zeker een van. Daarnaast is een gezin stichten en kinderen opvoeden een grote verwezenlijking. Je komt jezelf vaak tegen en de opvoedingservaring neem je mee naar je werk. Je leert relativeren en rekening houden met hoe anderen denken en reageren. Met onze dochter liep alles van een leien dakje, onze zoon is een ander verhaal. Aan de diagnose ASS ging een maandenlang proces vooraf, het duurt even eer je iedereen aan boord krijgt. We proberen vooral te werken aan zijn zelfvertouwen. Ik ben bang dat hij zijn talenten negeert omdat hij het persoonlijk moeilijk krijgt.’
Ook privé ben je Mother of Dragons dan. Wat wil je nog kunnen?
‘Als SQL expert zijn er heel wat mogelijkheden om met grotere groepen kennis te delen. Een panelgesprek met een groot publiek bijvoorbeeld is nog een uitdaging. Voorlopig ben ik er nog niet, maar ik kom er wel toe.’
Mooi! Als allerlaatste willen we je nog vragen wie je ooit zou willen ontmoeten?
‘Dat is zo moeilijk. Ik lees heel graag, vaak zou ik de auteur willen bedanken omdat het verhaal me zo boeit of aangrijpt. Er zijn ook veel mensen in de SQL-wereld die ik potentieel kan ontmoeten, maar het zijn er veel. Ik kan er niet echt een iemand uitpikken. Belangrijk is dat het iemand is waar ik echt iets van kan leren en boeiende discussies kan voeren.’