bloom: Aagje Reynders

Aagje Reynders leerde zichzelf programmeren op haar 16de. Ondertussen is ze 25 en een developer bij Wheelhouse met veel inzicht en wijsheid. Ze neemt bewust niet deel aan de ‘hustle cultuur’ en is daar ook trots op. Waarom dat zo is lees je hier. 👇

Begonnen in zelfstudie

Van waar komt je passie voor tech?

“De eerste keer dat ik met tech in contact kwam, was via mijn vader. Hij werkt als IT-manager in Campus Gasthuisberg van UZ Leuven. Als kind zag ik hem soms in het weekend thuiswerken en was dan altijd geïntrigeerd door wat hij deed achter die computer. Als ik hem dan vroeg waar hij mee bezig was, vertelde hij me: ‘Papa is met de computer aan het praten.’ Dat vond ik een interessant concept dat altijd is blijven hangen. Toen ik iets ouder werd, begon ik in mijn vrije tijd websites te maken. Dat waren gewoon drag-and-drop websites, nog niets met code toen. De exacte leeftijd dat ik daarmee begon weet ik niet meer, maar aangezien de websites vooral veel roze en flashy Winx Club afbeeldingen hadden, denk ik dat ik toen 10 à 12 jaar oud was!

Rond mijn 14 jaar begon ik met vrienden vaker te gamen. Ik begon me te realiseren dat die spelletjes volledig bestaan uit code. Iemand programmeert lijnen letters en cijfers en dat vormt iets heel tastbaar en leuk, en dat wilde ik ook kunnen. Ik ben online gaan opzoeken hoe je zoiets creëert maar er was toen heel weinig over te vinden. Ik wist toen niet waar ik terecht kon en ook mijn vader kon me niet helpen. Vandaag heb je zaken zoals CoderDojo of tools zoals Scratch om als kind relatief makkelijk te leren programmeren, maar toen bestond dat allemaal nog niet. Ik bleef op mijn honger zitten. Toen ik 16 was, had ik mijn eerste lief en die studeerde IT. Dé kans voor mij, want ik kon met zijn schoolboeken mezelf leren programmeren. Dus tijdens mijn middelbare school, waar ik ASO Wetenschappen-Wiskunde studeerde, heb ik ook een zelfstudie programmeren gedaan. Hij kon me toen ook helpen door te zeggen waar ik moest beginnen; eerst HTML, dan CSS, enzovoort.

Vandaag heb je zaken zoals CoderDojo of tools zoals Scratch om als kind relatief makkelijk te leren programmeren, maar toen bestond dat allemaal nog niet. Ik bleef op mijn honger zitten.

Op het einde van het middelbaar wist ik dat ik iets met programmeren verder wilde doen, maar niet de klassieke IT studies; die waren te droog voor mij. Ik wilde ook grafisch mooie dingen maken, kleine kunstwerkjes creëren die er cool uitzien en gebouwd werden met code. Zo ben ik bij de studierichting Interaction Design bij LUCA in Genk terechtgekomen. Die studie is een combo van marketing, grafische vormgeving, UX en programmeren. Dat zorgde ervoor dat ik enerzijds wel van alles een beetje kon, maar anderzijds geen echt diepgaande specialisatie had. Achteraf bekeken was dat een goede keuze, want dat maakt me redelijk uniek als ik mijn achtergrond met die van collega’s vergelijk. Zij zijn technisch heel sterk maar hebben dan vaak geen theoretische achtergrond in grafische vormgeving, marketing en UX. Ik ben dus echt tevreden met mijn uiteindelijke keuze voor Interaction Design want anders had ik nooit gezeten waar ik nu ben!”

Van A.I. tot Javascript en design

Als we jou googelen kom we op een hoop artikels van je stageproject bij Craftworkz. Je hebt een soort AI in een teddybeer geprogrammeerd; hoe is dat tot stand gekomen?

“In mijn laatste schooljaar moesten we een stage kiezen. Van mijn groep was ik één van de meest technische studenten, en ik wilde dat ook gebruiken voor mijn stageopdracht. De lijst van de bedrijven bij Interaction Design hadden allemaal eerder marketing en grafische opdrachten. Ik ben dan gaan kijken op een stagelijst van toegepaste informatica met technische projecten en kwam daar Craftworkz tegen. Dat was toen echt nog het prille begin, met 5 man die het bedrijf niet zo lang geleden hadden opgericht. Zij zochten stagiaires voor coole AI en IoT projecten, en dat klonk heel aanlokkelijk als jonge student!

Hun idee was om een slimme teddybeer te maken om met kinderen te praten. Die teddybeer zou dan de conversaties analyseren om zo de emotionele toestand van het kind in kaart te brengen op een dashboard. Voor mij was dit een enorme uitdaging en een grote test of ik competent genoeg was. Uiteindelijk is dat heel goed gegaan en is het zelfs op verschillende nieuwskanalen gekomen! Dat was erg overweldigend en ik weet eerlijk gezegd niet meer helemaal hoe het kwam dat dat zoveel media-aandacht kreeg. Ik heb zelf een paar interviewtjes moeten doen en samen met mijn collega Deevid presentaties gegeven. Dat was een mooie start van mijn carrière en ik mocht daarna ook full-time beginnen werken bij Craftworkz.”

Craftworkz is dan gegroeid tot de Raccoons groep en Wheelhouse is een bedrijfje binnen die cluster geworden. Wat doe je nu?

“Ik werk bij Wheelhouse als consultant, voornamelijk voor front-end en grafische vormgeving. Ons bedrijf focust zich op JavaScript consultancy. Op dit moment zit ik op een project van AHOVOKS (Vlaams overheidsagentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen). Ik zit daar ook in het front-end team en mijn rol is de lijm te zijn tussen het visuele en het technische. Ik bewaak dat de huisstijl van de Vlaamse overheid correct wordt gehanteerd binnen de applicaties van AHOVOKS. We hebben een designsysteem in Figma waar alle design componenten in staan voor de verschillende applicaties. Daarnaast programmeer ik ook, maar dat is jammer genoeg redelijk beperkt in dit project.”

Een zelfstandige doorbijter

Wat waren jouw grootste successen? Waar ben je het meest trots op?

“Ik ben het meest trots op de weg die ik heb afgelegd; de moeilijkheden die ik heb overbrugd. Bijvoorbeeld het stageproject was niet makkelijk. Er waren een tiental stagiaires bij Craftworkz en sommigen hadden al een jobaanbieding gekregen vanaf de 1ste of 2de maand, maar ik niet. Dat woog mentaal wel wat door. Ik had schrik omdat ze natuurlijk niet iedereen konden aannemen. Ik wilde me extra hard bewijzen, en dat heeft uiteindelijk ook geloond want tegen het einde van mijn stage heb ik dan toch een jobaanbieding gekregen.

Een ander voorbeeld van iets dat ik heb overwonnen, is hoe ik met een doodsangst om voor publiek te spreken, toch constant presentaties heb gegeven op school. Of hoe ik op heel korte tijd heb leren autorijden omdat ik anders niet op mijn school geraakte. Ik kan mijn zinnen op iets zetten en dan ook echt doorbijten en ervoor gaan.”

Stereotypes en hustle culture

Heb je ambities of dromen voor je toekomst?

“Ik heb eigenlijk geen idee waar ik binnen 5 of 10 jaar wil staan. Ik weet dat ik wil groeien, ook op persoonlijk vlak. Maar wàt dat dan juist is, dat is niet zo duidelijk voor mezelf. Ik leef ook niet om te werken, dat is maar één pijler van mijn leven. Die balans tussen vrije tijd en werk is iets dat ik erg bewaak, en dat maakt mij op professioneel vlak misschien minder ‘ambitieus’ en dat is helemaal oké zo. Ik ben op een punt gekomen dat ik zelfzeker genoeg ben om te zeggen; mijn werk stopt na de uren. Ik droom niet van programmeren en ik wil daar ook niet dag en nacht mee bezig zijn. Dat ideaalbeeld of stereotype om succes na te streven door de professionele ladder te beklimmen, is iets dat ik graag wil doorbreken. Voor mij hoeft dat niet en ik denk dat de meerderheid van programmeurs dat ook vinden. Waar ik nu ben, zit ik goed. 

Die balans tussen vrije tijd en werk is iets dat ik erg bewaak, en dat maakt mij op professioneel vlak misschien minder ‘ambitieus’ en dat is helemaal oké zo.

Als ik een ambitie moet formuleren is het die status quo voor mezelf behouden. Ik lees nu een boek genaamd ‘Brotopia: Breaking Up the Boys' Club of Silicon Valley’ van Emily Chang. Daarin gaat het over stereotypes binnen de tech wereld en hoe die tot stand zijn gekomen. Het begrijpen van die geschiedenis heeft mij helpen realiseren dat het echt niet nodig is om in dat hokje van ‘asociale nerd die dag en nacht achter de computer zit’ te moeten passen. Ik ben daar heel lang heel onzeker over geweest. In de jaren ’40 en ’50 waren er veel vrouwelijke programmeurs. Door de 2 stereotypes van ‘technische nerd’ en ‘charismatische jonge business man’ was er geen plek meer in dat wereldje voor vrouwen. Dat zie je hier in België vandaag de dag nog altijd. Naar de toekomst toe hoop ik dat dat kan veranderen, en dat ik misschien een steentje kan bijdragen. Mijn standpunt is dat die hele ‘hustle cultuur’ met grote doelen en sterke ambities mij niet gelukkig maakt, en dat dat oké is.”

Ze is misschien nog jong, maar Aagje Reynders toont ons een inzichtrijke en doordachte blik op het leven. Niet enkel is ze een rolmodel voor jonge meisjes, waarbij ze toont dat vrouwelijkheid en esthetiek ook deel zijn van tech, maar ze is ook een rolmodel voor professionals waarbij ze laat zien dat gelukkig zijn op de eerst de plaats komt. En voor haar is dat het bewaken van de balans boven het streven naar constante vooruitgang. Je kan haar hier terugvinden op Linkedin!


 

Ontmoet meer inspirerende dames op één van onze events!

Previous
Previous

bloom: Julie Van Hoecke

Next
Next

bloom: Hannah Patronoudis