De realiteit van autistische vrouwen in tech

Twee april, Wereld Autisme Dag. Een dag in het teken van mensen met autisme en het verbeteren van de bewustwording. En wat we gaan zeggen, klinkt cliché. Net als bij andere dagen waar we de aandacht schenken aan een minderheids- of misbegrepen groep, zou het elke dag Wereld Autisme Dag moeten zijn.

Foto: Fredography

Toegegeven, er is in de laatste paar jaren al wat meer aandacht gekomen naar autisme en neurodiversiteit in het algemeen. Zo hadden we het relatieve succes van de uitzendingen over autisme in tv-programma’s als “Taboe” en “Durf Te Vragen”, het werk van ervaringsdeskundigen zoals Elise Cordaro en Magali De Reu die publiceerden over de realiteit van leven met ADHD en autisme, evenals de research over inclusie en neurodiversiteit gevoerd door onder andere Odisee en Universiteit Gent. We vergeten hier nog zoveel anderen, maar het punt is: zij trekken al even aan de kar en hebben al veel broodnodige kleine en grote stenen verlegd.

Een relaas van gebreken

Tegelijk is er nog zoveel werk voor de boeg. Het moment waarop autisten en mensen met andere neurodivergenties als gelijkwaardig worden beschouwd aan hun neurotypische collega’s, is nog een eindje veraf.

Nog al te vaak bekijken we deze divergenties enkel als stoornissen of afwijkingen. Dat is ook niet zo vreemd; vanuit een medisch of psychiatrisch oogpunt worden ze ook als dusdanig omschreven. De naam zegt het ook zelf: “attention deficit hyperactivity disorder” of “autism spectrum disorder”. Het geloof is dat alle mensen met autisme, ADHD of dyslexie “tekorten hebben” die het hen moeilijk tot onmogelijk maken als volwaardige mensen te functioneren in onze maatschappij. Deze stereotypering zorgt er spijtig genoeg voor dat de talenten en het potentieel van veel capabele, neurodivergente mensen over het hoofd worden gezien en ze worden weggezet als ongekwalificeerd. Stigma’s zoals dit maken het net moeilijker om bijvoorbeeld als persoon met autisme te gedijen in onze maatschappij — een ware self-fulfilling prophecy.

Stereotypering zorgt er spijtig genoeg voor dat de talenten en het potentieel van veel capabele, neurodivergente mensen over het hoofd worden gezien.

Zo wordt iemand met ADHD die het lastiger heeft met het langdurig focussen vaak ongeschikt geacht een hele dag voor een bedrijf te werken. Of iemand op het autismespectrum, die nood heeft aan duidelijke richtlijnen en — althans volgens het stereotiep — geen verandering verdraagt, lijkt voor een organisatie al snel enkel en alleen inzetbaar voor specifieke, soms monotone taken. Daaruit ontstaat dan het geloof dat iemand met ADHD of autisme managen veel tijd en energie vergt, met tot gevolg een terughoudendheid om neurodivergente personen aan te werven of ze in aanmerking te laten komen voor promotie.

Hier worden we toch even verdrietig en kwaad van. En tegelijk zijn we ook niet helemaal verrast.

Nieuwe wijn in oude zakken

Onlangs keken we naar een aflevering van het VRT-programma “De Inzichten” met als gast William Boeva, een gekende Belgische stand-upcomedian. Daarin vertelt William onder andere over zijn eigen traject als persoon met een beperking en over inclusie in onze maatschappij. Hij gebruikt daarbij de metafoor van “de inclusietrein”, waarbij het rijtuig van vrouwen reeds het langst van het perron vertrokken is, maar deze van mensen met een beperking (waaronder niet geheel correct dus neurodiversiteit valt) nog aan het perron staat. Een pijnlijke realiteit. En eentje die er ons aan herinnert dat ook vrouwen — bezwaarlijk een minderheid te noemen — nog steeds aan het strijden zijn voor gelijkwaardigheid.

Het is inderdaad relatief gezien nog niet zo lang geleden dat vrouwen in de maatschappij universeel werden weggezet als minderwaardig ten opzichte van mannen. Getuige daarvan de late intrede van het vrouwenstemrecht, en de idee die decennia lang leefde dat de vrouw van nature was weggelegd om thuis bij de kinderen te blijven terwijl de man werken ging. Deze ongelijkwaardigheid is vandaag nog steeds niet helemaal weggewerkt, en in dat kader zijn initiatieven als Clusity met hun focus op women in tech broodnodig.

Je merkt hier wellicht zelf ook een patroon op... Het bestempelen van een volledige groep mensen als minder geschikt of ronduit abnormaal zagen we dus vroeger al eens eerder. En nadien ook terug bij onder andere personen uit de LGBTQIA+-gemeenschap. Gelukkig is er de laatste jaren een duidelijke verbetering merkbaar.

Het bestempelen van een volledige groep mensen als minder geschikt of ronduit abnormaal zagen we dus vroeger al eens eerder.

Kruispunten

Wie zich op een kruispunt van verschillende (diversiteits)aspecten bevindt, voert vandaag echter vaak een nog minder gelijke strijd. Dit is zeker het geval voor vrouwen en non-binaire personen op het autismespectrum. Het begint al bij de diagnostiek, waarbij blijkt dat vrouwen minder snel gediagnosticeerd worden met autisme dan mannen, en dus ook minder snel weet van en toegang krijgen tot begeleiding. Wanneer dan binnen de technologische sector het stigma blijft bestaan dat mannen beter zijn weggelegd voor technologie, krijgen vrouwen en non-binaire personen het extra lastig te verduren en helpen bijkomende stigma’s rond neurodiversiteit al helemaal niet.

Het is dan ook niet zo zeldzaam dat innovatieve ideeën voorgesteld door een autistische vrouw wel meer dan eens worden weggezet als nonsens, te theoretisch, of zelfs puristisch. Ook een — in onze opinie terechte — focus op het menselijke tijdens het schalen van een techbedrijf wordt af en toe op hoongelach onthaald. “’t Is weer een vrouw”, weet je wel, en het idee eindigt snel in dezelfde schuif van de onbelangrijke, onnodige of onrealistische voorstellen.

Als gevolg van de overwegend mannelijke omgevingen, wordt het voor een vrouw in tech dan vaak een kwestie van aanpassen of vertrekken. Vrouwen met ASS blijken dan vaak het gedrag van anderen te gaan kopiëren; een ongezonde copingstrategie om bij de groep te horen. Ik (Daphné) kan alvast bevestigen dat ik mij in die tech-bedrijven onbewust mannelijker kleedde en gedroeg om aanvaard en gehoord te worden.

In ieder geval zouden we door het nog steeds aanwezige stereotiepe denken bijna vergeten dat vrouwen en autisten mee aan de basis lagen van de moderne wetenschap en de computer — denk aan Ada Lovelace, Albert Einstein, Grace Hopper en Nikola Tesla.

Inclusieve organisaties

Het hoeft weinig betoog: de biases die in leven blijven en gestoeld zijn op een achterhaalde kijk, veralgemeningen of clichés, mogen stilletjes aan verdwijnen. Het wordt tijd voor een focus op het individu met hun individuele sterktes. Want nog al te vaak wordt er verwacht dat mensen aan dezelfde standaarden voldoen. Dit zien we onder andere vaak terugkomen voor jobs met operationeel werk, waar alle leden van een team apart aan hun toegewezen taken werken en dus liefst onderling vervangbaar zijn, terwijl een multidisciplinair team bestaande uit verschillende profielen eigenlijk net betere resultaten zou neerzetten. Onderzoek toont immers aan dat diverse teams betere producten neerzetten en voor betere klantentevredenheid zorgen.

Al bedoelen we hier evenmin dat iedereen sowieso voor elke job een geknipte kandidaat is. Er blijven natuurlijk vaak nog steeds bepaalde criteria en hard skills gelden. Tegelijk dient ook hier het één en ander af en toe in perspectief te worden gezet, zoals of een harde eis voor een bepaald diploma geen indirecte discriminatie veroorzaakt.

Aan hen die deel uitmaken van een minderheids- of diverse groep: besef wat je sterktes zijn en welke waarde deze met zich meebrengen. Durf deze bij een sollicitatie op tafel te leggen, en daag stereotiep denken uit. Zoek zo nodig ondersteuning bij belangengroepen zoals Clusity voor vrouwen in de tech-sector.

Besef wat je sterktes zijn en welke waarde deze met zich meebrengen. Durf deze bij een sollicitatie op tafel te leggen, en daag stereotiep denken uit.

Het wordt tijd voor een management waarbij mensen en de kracht van teams nog meer op de eerste plaats komen. Laat ons meer dan ooit kijken naar wat iemands unieke bijdrages kunnen zijn voor een organisatie of team en daarbij rekening houden met hun specifieke noden. Want die hebben we uiteindelijk allemaal. We zijn in die zin allemaal (neuro)divergent.

Over de auteurs:

Daphné De Troch en Dietrich Moerman zijn de oprichters van Bjièn, een training- en adviesbureau dat bedrijven begeleidt met neurodiversiteit. Via presentaties, workshops en advies maken ze organisaties meer neuro-inclusief, met gelukkigere bedrijven, medewerkers en klanten als gevolg.

 

Ben je er graag ook eens bij? Registreer je voor onze volgende events! 👇🏾

 
Previous
Previous

Recap: Iftar@Clusity

Next
Next

Webinar: ‘Taking charge of your finances 🪙’